Op maandag 3 maart doken we in het thema biodivers erf. We ontdekten waarom het diversifiëren van het boerenerf soms een laagdrempelige manier is om de natuur te versterken. Terwijl op de akkers en in het weiland vaak elke vierkante meter wordt benut voor voedselproductie, is er op het erf ruimte om biodiversiteit te bevorderen en meer leven uit te nodigen. Dit komt niet alleen de natuur ten goede, maar verhoogt ook de beleving van het erf als geheel. Bovendien: als we het erf toch herinrichten, waarom niet ook landschapselementen toevoegen die van oorsprong uniek zijn voor de regio? Dit en meer besproken we met drie deskundige sprekers.
Sprekers
- Jullie kennen Bob Hartog als onze kartrekker in het verbinden van stad en platteland. Al jaren werkt hij voor Natuurmonumenten in de groene ‘Noordrand’ van Rotterdam. In zijn samenwerking met boeren merkt Bob dat het integreren van meer biodiversiteit in boeren bedrijfsmodellen vaak passen en meten is op de vierkante meter. Maar verandering kan dichter bij huis beginnen. Letterlijk. Rondom het boerenerf liggen volop kansen. Een houtwal, een levende heg of een paddenpoel kan een groot verschil maken. Dit biedt niet alleen een mooier uitzicht en meer natuurbeleving voor de boer zelf, maar versterkt ook de biodiversiteit en beleving van het boerenerf als geheel, voor klanten en relaties.
- Maurice Kruk is stadsboswachter in de Noordrand van Rotterdam en een gepassioneerd over het verbinden van mens en natuur. Hij heeft uitgebreide kennis over oer-Hollandse poldernatuur en de ontwikkeling van boerderijen en erven door de tijd. In zijn vorige baan gaf hij vaak advies over erfbeplantingen, rekening houdend met natuur, landschap en cultuurhistorie. Soms maken simpele toevoegingen een wereld van verschil. Bijvoorbeeld de boomstammen, die Maurice neerlegde in de wilde bloementuin van de Melkschuur Zuidpolder: de stammen dienen als opwarmplekken voor libellen en vlinders, die afhankelijk zijn van de watergangen in de polder. In deze lunchlezing neemt hij ons mee door de tijd: hoe zagen boerenerven er vroeger uit en met de introductie van welke landschapselementen kunnen ze in de toekomst biodiverser worden?
- Wouter van Santen is ecologisch hovenier en eigenaar van ‘Biotoop Tuinen’, waar hij zich richt op het creëren van biodiverse tuinen, schoolpleinen en boerenerven. Een prachtig voorbeeld van zijn werk is de Hoeksche Hoeve, waar hij een halve hectare omtoverde tot een bloeiende tuin, ideaal voor bijen, vlinders en andere insecten. Dit erf, naast de Hoeksche chipsfabriek, biedt schoolklassen een unieke ervaring van ‘aardappel tot chips’. Wouter gelooft dat zelfs de kleinste veranderingen op een boerenerf het verschil maken voor de biodiversiteit. Voor hem zijn boerenerven nooit ‘af’, maar altijd een proces van groei en beleving. Het erf is dichtbij waar de boer zelf woont, en het contact met de natuur, zoals vogels en vlinders, is direct en persoonlijk. Het is een ervaring die blijft groeien en steeds meer deel uitmaakt van het dagelijks leven.

Stadboswachter Maurice Kruk (Natuurmonumenten)
Kijkje bij de Hoeksche Hoeve
Margrieten, korenbloemen, rolklaver, kaasjeskruid. Het is een bloemenzee, rond de Hoeksche Hoeve in ’s-Gravendeel. Het zoemt er van de insecten. De kikkers verstoppen zich rond de poel, maar je hoort ze luidruchtig kwaken. Op dit biodiverse erf kun je de natuur van de Hoeksche Waard beleven in zijn volle glorie. ‘Als akkerbouwer moet je wel even wennen, want wat hier ‘wilde planten’ heet, noemden wij vroeger onkruid’, lacht Henk Scheele. ‘Dus dat is even omschakelen. Maar je ziet dat die wilde planten ook heel mooi kunnen zijn.’